Syrische wijnruit, de wetenschappelijke naam is Peganum Harmala. Al sinds de Oudheid is Syrische wijnruit een veelgebruikte plant. Rond 60 na Chr. werd Peganum harmala door Dioscorides beschreven in zijn ‘De materia medica’ . Volgens hem leidt ‘wilde wijnruit, gemengd met honing, wijn, kippengal, saffraan en venkelsap tot milde visioenen’.
Peganum Harmala hoort bij de Nitrariaceae plantenfamilie en kan ongeveer 1 meter hoog worden. In het wild wordt ze vaak niet hoger dan 0,3m. De plant heeft smalle bladeren en ze produceert veel, enkele, witte bloemen.
De zaden van Peganum Harmala zijn het meest interessant, omdat ze de alkaloïden harmine en harmaline bevatten. Deze alkaloïden zijn zeer psychoactief en worden soms gebruikt om andere planten meer kracht te geven. Harmala alkaloïden zijn op zichzelf ook psychoactief, is gemeld. Ze werken ook als omkeerbare MAO-remmers (RIMAs) en om die reden wordt Peganum Harmala bijvoorbeeld gebruikt om orale DMT te activeren.
Omdat Peganum Harmala een MAOI is, wordt het vaak gebruikt om andere psychedelische planten kracht te geven, waardoor deze worden verbeterd en de high wordt verlengd. Als je bijvoorbeeld Peganum Harmala inneemt met Paddo’s of DMT wordt de ervaring tot wel 4 uur verlengt.
Peganum Harmala kan ook op zichzelf worden gebruikt, maar dit kan een onplezierig gevoel veroorzaken. Anekdotische verslagen beschrijven hoe pure harmala alkaloïden van de wijnruit psychedelische effecten kunnen opwekken. Van visuele beelden met gesloten ogen tot patronen en vervormingen met open ogen.
Gebruik
Er zijn een aantal manieren om Peganum Harmala te gebruiken. Het makkelijkst is om gewoon op de zaden te kauwen. Je houdt ze ongeveer twee minuten in je mond. Zorg ervoor dat je er goed op kauwt en dat de zaden zo veel mogelijk met je speeksel in aanraking komen, voordat je deze doorslikt. De smaak ervan is erg bitter, dus de meeste mensen vinden het daarom fijner de zaden eerst te vermalen. Je kan het poeder doorslikken of het in een capsule doen.